Voetbal in Zuid-Amerika

Het andere Liverpool laat zich van zijn beste kant zien

,,Stel je er vooral niet te veel van voor” was mijn eerste waarschuwing aan mijn nieuwe huisgenoot Enzo toen hij vertelde graag met mij mee te willen naar Defensor Sporting tegen Liverpool FC. ,,Het gaat in Uruguay alleen om Nacional en Peñarol, de rest stelt eigenlijk niet zoveel voor.” Toch werden tijdens de finale van het Torneo Intermedio de harten veroverd door twee teams die met passie voor hun wijk streden, en supporters die fanatiek hun ploeg aanmoedigden.

Een kort college Uruguayaans voetbal: de nationale competitie bestaat uit drie delen. De Apertura, waarin alle teams het tegen elkaar opnemen, de Clausura waarin de terugwedstrijden gespeeld worden en daartussenin de Intermedio. Tijdens de Intermedio wordt de competitie verdeeld in groep A (even-nummers op de Apertura ranglijst) en groep B (de oneven nummers). Deze teams werken een competitie tegen elkaar af en aan het eind staan de nummers 1 van beide groepen tegenover elkaar in de finale. De prijs: eeuwige eer en glorie, een mooie beker voor de prijzenkast en kwalificatie voor de Copa Sudamericana, de UEFA cup voor Latijns Amerika.

Kleine clubs profiteren dit jaar

De twee traditionele topploegen, Nacional en Peñarol, kennen een beroerd jaar en dus grepen de ‘kleinere’ clubs Liverpool en Defensor hun kans. De finale, in Parque Alfredo Víctor Viera (normaal gesproken de thuishaven van Montevideo Wanderers, één van mijn favorieten), had met twee kleinere ploegen alles in zich om qua voetbal een aantrekkelijk affiche te worden.

Sinds ik in november vorig jaar in Montevideo ben gaan wonen, heb ik de nodige clubs en stadions bezocht. Samen met de president van het land en vijftien anderen zag ik Boston River in Las Piedras, was ik aanwezig bij een wedstrijd van Peñarol waar een dode te betreuren viel, zag ik Danubio in het mythische Centenario afgedroogd worden door Corinthians. Om het samen te vatten: ik durf mijzelf een kenner van het Uruguayaanse voetbal te noemen (als ik de tijd had zou ik er een boek over schrijven, en misschien doe ik dat ooit nog wel).

Uruguayaanse beleving: heel anders dan in Europa

Een voetbalwedstrijd in Uruguay bezoeken is heel wat anders dan in Europa. Om een groot verschil te benoemen: in Uruguay wordt nauwelijks gezopen. Waar supporters in andere landen voor de wedstrijd samen komen in cafés en kroegen verzamelen de Uruguayanen zich voor de poort van het stadion. Er wordt wat gezongen, er wordt wat mate gedronken en enkele positievellingen steken nog snel een joint op. Van een vijandige sfeer is dan ook totaal geen sprake.

Bij een van de vele parrillas (barbecues, maar dan anders) rond het stadion haal ik samen met Enzo nog snel een broodje milanesa (schnitzel, maar dan anders). Uiteraard gaan alle sauzen er met dikke klodders op, want er staat ons nog een lange en spannende middag te wachten. Anders dan bij veel wedstrijden waar misschien net anderhalve man en een paardenkop komt, stroomt voor deze finale het stadion tot aan de rand toe vol.

Als één van de laatsten stromen wij ook binnen op de Barrios tribune, direct gevolgd door het dweilorkestje van Liverpool FC. Recht achter het doel, naast de onvermoeibare muzikanten, is nog een plekje vrij.

Bijzondere finale

Een finale is natuurlijk altijd bijzonder, helemaal voor clubs die de prijzen niet aaneenrijgen. De spanning die op de wedstrijd staat is voelbaar. Niet alleen in de eerste minuten op het veld, maar zeker ook op de tribunes. Met een mengeling van enthousiasme en stress zingt de barra brava (ultras, maar dan anders) van Liverpool met het dweilorkest mee. Aan de overkant zijn ook de heren van Defensor geen seconde stil

Liverpool in Uruguay

Ik zeg bewust heren van Defensor, want de aanhang van de paars-witte ploeg komt voornamelijk uit de wijk Pocitos. Met het prachtige Playa Ramirez in de buurt, het Parque Rodo en de lokale golfbaan in de wijk hebben zij weinig reden tot klagen. Defensor sporting heeft in de wijk haar eigen stadion, het Luis Franzini. Zeker een bezoekje waard, al zijn de kaarten (500 pesos, ongeveer 12 euro) redelijk duur. Ter vergelijking: voor 180 pesos heb je al een plekje langs de zijlijn bij Peñarol. Voor de fans van FC Groningen: Matias Jones (in de categorie ‘kent u deze nog?’ )en David Texeira (zelfde categorie) hebben nog bij Defensor gespeeld.

Liverpool FC

Nu wil ik niet zeggen dat Liverpool FC uit een armoedige wijk van de stad komt, zeker niet zelfs. De middenklasse heeft haar weg aardig gevonden in Belvedere, alhoewel het ook weer niet bepaald de meeste bruisende zone van de stad is. De naam Liverpool FC is redelijk willekeurig gekozen: begin 1900 werden veel voetbalclubs opgericht in Uruguay en deze kregen Engelse namen (dat was toen in de mode). Eén van de cluboprichters, José Freire, liet met zijn ogen dicht een potlood op de kaart van Engeland vallen. De stip zat het dichtste bij Liverpool, dus dat werd daarom maar de naam van de club.

Enzo en ik hadden kaarten gekocht voor de Liverpool kant van het stadion, want ondanks de quoteringen van de bookmakers had ik het idee dat de Blauw-Zwarten weleens zouden kunnen winnen (en uiteraard kreeg ik gelijk). Een knotsgek duel werd uiteindelijk rond de 85e minuut beslist door een doelpunt dat van lelijkheid mooi werd. De helft van het stadion was nog in vertwijfeling of de bal over de lijn was, terwijl de andere helft elkaar al juichend in de armen viel. Vuurwerk werd afgestoken, vlaggen gingen nogmaals de lucht in. Een dierlijk gebrul van de Liverpool fans rolde de tribunes af het veld op.

In de Hekken!

In de Hekken bij Liverpool FC in Uruguay

Metershoge hekken met prikkeldraad ontsieren elk Uruguayaans stadion, zo ook Parque Viera. Maar vandaag waren ze juist extra mooi. In de feestvreugde klommen de eerste supporters in de hekken. 2 meter, 3 meter, misschien wel vier of vijf meter de lucht in. Terwijl de armoedige metalen palen het bijna leken te begeven zwiepte de menigte op het hek heen en weer. Het was nog maar een paar minuten tot het echt zo ver was.

Na het laatste fluitsignaal geen pitch invasion (verdraaide hekwerken ook altijd) maar wel een grote vreugde. Enzo, een jongen uit Marseille (die dus echt wel wat gewend is), had zijn eerste kennismaking met de Uruguayaanse competitie achter de rug en noemde het een prachtige ervaring.

Zelf had ik geen andere woorden kunnen kiezen. Ik had spijt van mijn lage verwachtingen, want dit was gewoon heel mooi om mee te maken (en ja, ook ik ben wel wat gewend). Bleef het daarna nog lang onrustig in Montevideo? Welnee. De beker werd uitgereikt, de supporters werden nogmaals bedankt, de spelers liepen met de cup een rondje door het stadion (fun fact, dit heet de Vuelta Olimpica en de eerste voetbalploeg die dit deed was het Uruguayaanse team dat in 1928 in Amsterdam goud won op de spelen) en iedereen ging tevreden naar huis. Want gek doen, dat doen ze in Uruguay alleen tijdens de wedstrijd.

Dit gastartikel is geschreven door Tristan Fleerkate, die ook al over Rayo Vallecano schreef voor In de Hekken.

In de Hekken
In de Hekken brengt vanaf 2010 een doorlopende ode aan de voetbalsupporter, en is sinds die tijd één van de grootste websites voor (fanatieke) voetbalsupporters in Nederland en België.

Ook leuk om te lezen

Reageren is niet mogelijk.

Volgende artikel:

0 %